“Ik werk nu acht maanden in mijn missie in Baucau, de tweede stad van Oost-Timor. Als leraar Engels op een middelbare school geef ik aan zeven klassen les en wel drie uur in de week. Dus in totaal geef ik 21 uur, van elk 45 minuten, per week les. Op onze school zijn de faciliteiten ‘anders’ dan wij in ons kikkerlandje gewend zijn. Toen ik op mijn tweede werkdag een klas binnen kwam, met het plan om allerlei opgaven op het bord te schrijven, bleek dat er nog geen schoolbord was. Op zo’n moment leer je wel improviseren. Ik heb alle oefeningen maar gedicteerd en ben rond blijven lopen om te zien of de leerlingen alles wel correct opschreven. Het lesgeven gaat me tot nu toe goed af en het is prachtig om te zien dat een leerling begrijpt wat je uitlegt en de stof uiteindelijk zelf kan toepassen. Ik vind het mooi om met jongeren, die dit jonge land moeten gaan opbouwen, te werken. De Oost Timorezen leren op school om lesstof gewoonweg uit het hoofd te leren, maar niet om het te begrijpen of om het toe te passen. Nu ik hier met mijn Westerse denkbeelden voor de klas sta, probeer ik de studenten te stimuleren om de leerstof te begrijpen. Dat kost moeite en daardoor zie ik welke jongens en meisjes echt geïnteresseerd zijn en wie maar mee doen. Voordat ik Engelse les kon geven, moest ik de plaatselijke taal Tetun leren om vanuit daar te kunnen onderwijzen. In het begin was het door de taalbarrière moeilijk om aansluiting met de plaatselijke bevolking te vinden. Door met de kinderen uit de buurt te gaan spelen, leerde ik heel wat Tetun en kwam ik ook hun ou-ders tegen. Ook na de zondagse Heilige mis kreeg ik wat aanspraak met bekenden. Deze missie is een droom die voor mij uitkomt. Uw (financiële) steun blijft welkom en ik hoop dat ik daarop mag blijven rekenen.